;

Goud voor Oud privé 31 mei 2020 – Verhaal en Klassieke Muziek



Thema: Verhaal en Muziek (deel 3) – Klassieke Muziek

aangeboden door
Rob Nieuwveld en René van de Kamp
Stichting Sonrisa Rijnmond

Hier is een aantal muziekvideo’s die u kunt zien door in het plaatje te klikken met de muis. We laten u genieten van de muziek.

Pietro Mascagni: Cavalleria rusticana – Intermezzo

Iets om ook vrolijk van te worden.
In 1866 kreeg Johann Strauss Junior de opdracht een werk te schrijven voor de Wiener Männergesangverein. Zo ontstond An der Schönen Blauen Donau. Hij schreef de wals in zijn toenmalige woonhuis aan de Praterstrasse 54 in Wenen, dat tegenwoordig het Johann Strauss Museum herbergt. Bij de première op 13 februari 1867 kende deze koorwals maar weinig bijval. Pas toen de componist in mei van hetzelfde jaar het werk tijdens de Wereldtentoonstelling te Parijs dirigeerde, werd het een triomf en begon zijn zegetocht door de wereld.

Bij het grote publiek is Johann Pachelbel onomstotelijk verbonden met zijn Canon voor strijkers in D (Werkelijke naam Canon en Gigue voor strijkers en basso contino). Een staaltje van polyfonie dat voor iedereen, muzikaal geschoold of niet, uitermate goed in het gehoor ligt en ook altijd een plaatsje krijgt toebedeeld op verzamel cd’s met klassieke hoogtepunten. Het werk werd voor het eerst gepubliceerd in 1919. Toen de Canon in 1968 opgevoerd werd door het kamerorkest van Jean-Francois Paillard kreeg het wereldfaam. Sindsdien staat het Canon in D steevast bovenaan in de klassieke top 100.

Samuel Barber schreef het Adagio for Strings oorspronkelijk als het middendeel van zijn Eerste Strijkkwartet. De Amerikaan was zesentwintig jaar oud en bracht de zomer van 1936 door in Europa, in een chalet in het Oostenrijkse Sankt Wolfgang aan de oevers van het Wolfgangmeer, omringd door de Alpen.

De volgende is een pianosonate van Wolfgang Amadeus Mozart. Als kind had de Oostenrijker Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Europa al versteld doen staan van zijn improvisatie- en variatiekunsten aan de piano. Tijdens een concert in Napels meende men in het vrolijke wonderkind een tovenaar te zien. Het ging zelfs zo ver dat men hem wilde aanraken om te zien of hij wel echt van vlees en bloed was!

Een mooie wals van Johann Strauss, Wiener Blut.

Nog een wals, nu van onze eigen André Rieu.

De volgende is van de Pool Frederic Chopin (1810 – 1849). Nadat hij gevlucht was na de Russische bezetting in 1831 vestigde hij zich in Parijs. Als pianist werd hij een graag gezien gast in adelijke kringen. Met zijn verfijnde maar ook zeer virtuoze pianospel trad hij het liefst op in salons van de adel. Concertzalen vermeed hij. Chopin is een voorbeeld van een romantisch kunstenaar.

Johann Sebastian Bach leefde van 21 maart 1685  tot 28 juli 1750. Hij trouwde twee keer en kreeg maar liefst twintig kinderen. Zeven bij zijn eerste vrouw Maria Barbara Bach, met wie hij in oktober 1707 trouwde en die in 1720 overleed. En dertien kinderen bij zijn tweede echtgenote Anna Magdalena, die tussen 1723 en 1737 bijna elk jaar wel zwanger was. Van deze twintig kinderen stierven er tien kort na de geboorte of op jonge leeftijd.
Vier zonen van Johann Sebastian Bach werden later, net als hun vader, relatief bekende componisten.

Nog een wals, deze is van Chopin en wordt gespeeld door Tiffany Poon.

De laatste in deze serie is van Georges Bizet -Carmen Habanera 

We hopen dat u van deze muziek heeft kunnen genieten.