Aangeboden door
Rob Nieuwveld en René van de Kamp
Stichting Sonrisa Rijnmond
Veel mensen die deze pagina’s lezen vragen ons om iets over Rotterdam te vertellen. Onlangs kwam het verzoek om dat eens per wijk te doen. Dat vinden we een leuke en uitdagende suggestie. Die is opgepakt en we richten ons nu op Kralingen. We beginnen met de geschiedenis van Kralingen omdat die zo opmerkelijk is en omdat Kralingen niet ver van Capelle is. We hopen dat de tekst u niet verveelt. Blader anders gewoon door. In het bijzonder besteden we in dit eerste verhaal over Kralingen aan de ontstaansgeschiedenis, het slot Honingen en de begraafplaats.
Geschiedenis
De geschiedenis van Kralingen is opmerkelijk. Er was ooit een dorp Kralingen, rond de nog bestaande begraafplaats Oud Kralingen, die ooit bij de dorpskerk lag. U kent wellicht de Kralingseweg die door het huidige Prinsenland loopt tussen het Kralingse Bos en Capelle waar die Kralingseweg overgaat in de Bermweg. Dat oorspronkelijke dorp is verdwenen waarover verderop in dit verhaal meer. Het gebied dat we nu kennen als Kralingen is de tweede nederzetting in het Ambacht Kralingen. Deze is ontstaan rond het oude slot Honingen (denk aan Honingerdijk?)

Dit slot lag tussen de huidige Honingerdijk en de ‘s Gravenweg. Nu vindt je daar de Slotstraat, Slotbrug, Hoflaan, Hofvijver die eraan herinneren.
De kruising van de oprijlaan van het slot Honingen met de oude dijk die bekend staat als de viersprong. Dit is de huidige kruising Hoflaan, Korte Kade, ’s Gravenweg Oude Dijk. Al in de 18e eeuw wordt dit een belangrijke tweede kern.
Hieronder die bedoelde kruising aan de ‘s Gravenweg met rechts de Hoflaan en links de Korte Kade.

Rechts op de foto de oprit naar de Hoflaan en op de hoek de Hoflaankerk.

Bij die kerk – de Hoflaankerk – staat een opmerkelijke ANWB bewegwijzering.
Rotterdam 4 km. Toen Kralingen nog niet deel van Rotterdam was.
Kortenoord ligt bij Nieuwerkerk aan den IJssel langs de rivier. Capelle wordt niet genoemd, het was nog te klein misschien.


De begraafplaats Oud Kralingen bevindt zich op de plaats die in vroeger eeuwen deel uitmaakte van het centrum van het dorp Kralingen. Er stond een parochiekerk die was omgeven door een kerkhof. De kerk dateerde uit circa 1550 en was gebouwd in een eenvoudige gotische stijl. Na de beeldenstorm in 1572 ging de kerk van Rooms-Katholieke in protestantse handen over. Maar het kerkhof bleef voor alle gezindten, een algemene begraafplaats dus, in eigendom van de Hervormde gemeente Kralingen. In de achttiende eeuw raakte het dorp ontvolkt, omdat het veen zo diep uitgegraven werd dat er een grote watervlakte ontstond. Veel later in de 19e eeuw werd dat gebied de Prins Alexanderpolder.
Hieronder een oude kaart van dat grote gebied. Linksonder staat Noordplas, dat is de Kralingse Plas. Rechtsonder Oude Plaat en Kapelle. Capelle werd dus eerst met een K geschreven.
Het dorp verplaatste zich in de richting van Rotterdam en de kerk volgde. Op de hoek van de Hoflaan en Oudedijk verrees een nieuwe kerk (de Hoflaankerk die we al lieten zien) die in 1842 werd geopend. Het oude kerkgebouw werd in 1844 gesloopt maar de muren bleven tot een hoogte van 1.20 meter staan. Binnen deze muren kwamen grafkelders die zich nu nog aan de noordzijde van de begraafplaats bevinden. In 1876 is de nieuwe dodenakker aangelegd in Engelse landschapsstijl naar een ontwerp van architect W.C. Coepijn van de Dienst Gemeentewerken.

Op Oud Kralingen bevinden zich enkele monumentale grafkelders. Rechts van de aula ligt het meest opzienbarende monument, u ziet het hierboven, het mausoleum van Pieter Kruyff Bartholomeus & Zn dat inmiddels op de monumentenlijst is geplaatst. De vierkante kapel is in 1911 gebouwd in neo romaanse stijl en heeft een koepeldak met lantaarn. Het gebouw is versierd met doods-symbolen als lauwerkransen en palmtakken. In de glas-in-lood vensters hoog in de zijgevels zijn vergankelijkheidsymbolen gebrandschilderd: een olielamp, een vlinder, een schedel en een zandloper. Tegenwoordig is dit mausoleum in gebruik als een columbarium.

In 1895 kwam de begraafplaats door de annexatie van Kralingen op Rotterdams grondgebied te liggen. Het oudste deel van de begraafplaats ligt achteraan, in de omgeving van de rouwkapel.

Terug naar het huidige Kralingen. Hieronder een foto van de Honingerdijk uit 1905 met rechts de Lambertuskerk, vlak bij de plek van het toenmalige slot.


.jpg)
De Lambertuskerk staat op de hoek van de Beneden Oostzeedijk en de Hoflaan. Hij werd in neogotische stijl ontworpen door Evert Margry, een leerling van P.J.H. Cuypers, en gebouwd in de periode 1875-1878. De kerk werd op 26 juni 1878 gewijd aan Sint Lambertus, de schutspatroon van Kralingen.

Het slot Honingen wordt in 1244 in elk geval bewoond door de heren Hugo van Cralinghen. In de 80 jarige oorlog sneuvelt het gebouw. In 1668 koopt de stad Rotterdam de ambachtsheerlijkheid Kralingen met daaraan verbonden ruïne van het slot om dit in 1677 met de grond gelijk te maken.
De grond van het oude slot Honingen wordt door de gemeente verhuurd. Hier werden (zomer)huizen gebouwd met siertuinen en wandelpaden. In 1868 liepen de huurcontracten af en besloot de gemeente het gebied te herontwikkelen en er een villapark en openbare wandelplaats te realiseren.
Ypenhof is een voorbeeld daarvan. Villa Ypenhof herbouwd in 1929.

Nu met mooie huizen.

Die periode – rond 1868 – was Rotterdam bezig met stadsontwikkeling. De wijken naar het oosten vanaf de lijn Hofplein – Boompjes ontstonden
Bij de verkoop wordt vastgesteld dat op de grond ”nimmer eenig ande bestemming zal mogen krijgen dan die van grote en kleine buitenverblijven, of huizen voor den fatsoenlijke stand met tuinen”. Dat is in dit deel van Kralingen ook zo.
De Vijverlaan en Vijverweg herinneren aan de slotgracht en slotvijver bij het slot en die liggen er nog steeds mooi bij.

Bij de Vijverlaan een mooi kunstwerk als herinnering aan de geboorte van Prinses Juliana.



Vanaf eind 17e eeuw hebben veel Rotterdammers bezit in het ambacht Kralingen. In eerste instantie zijn dit boerderijen met speciale vertrekken voor de verhuurder. Later bouwen vele welgestelde Rotterdammers riante buitenplaatsen in Kralingen om de de stad, die geteisterd wordt door stank en ziektes, te ontvluchten. Bekende voorbeelden waren Rozenburg, Merula, Vredenhof, Lusthoff, Trompenburg, Jericho en Woudestein. Deze buitenplaatsen waren niet alleen zomerverblijven voor welgestelden, maar waren ook belangrijk voor de voedselvoorziening en zorgden zo dus ook voor een behoorlijke werkgelegenheid.
Trompenburg is nu een wandelgebied vol planten, bloemen en bomen.


De aanleg dateert van 1820, maar pas na de openstelling voor publiek in 1958, is het park, dat generaties lang beheerd werd door de familie (Van Hoey) Smith, breder in de belangstelling gekomen. Trompenburg is aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen.
Het park bevat circa 4000 verschillende soorten bomen, struiken en vaste planten. In 1996 is een nieuw entreegebouw geopend. Door de opzet wekt de voormalige buitenplaats bij de bezoeker eerder de indruk van een wandelpark dan van een ‘bomenverzameling’.
De volgende is van Huize Woudestein, weer zo’n oud landgoed zoals toen verlangd werd door de stad Rotterdam in dit gebied. Weet u nog, grote en kleine buitenverblijven, of huizen voor den fatsoenlijke stand met tuinen.

De buitenplaats lag aan de oostzijde van Trompenburg, tussen Honingerdijk en Groene Wetering. In 1912 werd er een sportpark gesticht mede tot het houden van wedrennen. Het huis werd in 1929 afgebroken. Hier een foto uit het jaar 1900.

De ‘s Gravenweg is een van de oudste wegen in Kralingen. In een oorkonde uit 1379 is al sprake van land strekkende tot Cralingewech,de plek waar nu de ‘s-Gravenweg ligt. Eeuwenlang was dit de ‘snelweg’ tussen Rotterdam en Gouda, die dus dwars door Kralingen liep. In 1679 spraken Gouda en Rotterdam af om de weg tussen Gouda en Rotterdam te bestraten. Gouda nam het stuk tot Nieuwerkerk voor zijn rekening en Rotterdam bestraatte de rest. Tot 1741 was verbinding Gouda-Rotterdam de langste straatweg van Nederland.

We schreven al hoe veel land in deze omgeving polder was.
Voor 1865 waren er ten noorden van de ‘s-Gravenweg, vanaf de Rotte tot aan Nieuwerkerk aan den IJssel, vijftien veenplassen die drooggemaakt moesten worden. Deze plassen waren langs de ‘s-Gravenweg/Ringvaart van west naar oost de Spiegelnis, Noordplas, Middenplas, Zuidplas, Ketensche Plas, Middelmolen, Hoogdorp, Blaardorp en de Esse. Aan de noordzijde lagen van west naar oost Bospolder, Ommoorden, Wollefoppenplas en de Vink. En in het midden van de deze plassen lagen nog de Achterplas en Klein Ommoorden.
De Noordplas werd als enige gespaard. Deze was namelijk de diepste van de vijftien plassen, en tevens bevonden zich enkele fabrieken en woonhuizen aan de plas. Hierdoor was het te duur om deze plas droog te leggen. Hij werd omgedoopt tot Kralingse Plas.


U kent vast wel de molens bij de plas. Hier een foto uit 1930.


Tot zover het eerste deel over Kralingen. We hopen dat u het leuk en interessant vond. Bedankt voor uw aandacht.