Aangeboden door
Rob Nieuwveld en René van de Kamp
Stichting Sonrisa Rijnmond
Voor u geselecteerd, een aantal muziekstukken om gezellig naar te luisteren. Veel plezier gewenst.
Willy en Willeke Alberti – Een reisje langs de Rijn
Nu alleen Willeke: Ome Jan
Weet u dat Willeke Alberti eigenlijk Willy Albertina Verbrugge als naam heeft? Ze is de dochter van Carel Verbrugge, die we beter kennen als Willy Alberti. Haar moeder was Hendrika Geertruida Kuiper. In 1958 maakt Willeke samen met hem haar eerste single, Zeg Pappie Ik Wilde U Vragen. In 1965 verscheen haar eerste solo-album, Willeke.
Nog een liedje van Johnny Jordaan, over een afgekeurde woning.
Een liedje dat vroeger veel gezongen werd is Naar de Speeltuin, kent u die? Het grappige is dat het is geschreven door ene Heleentje van Cappelle, met dubbel p.
Het volgende is van de Rotterdamse Jaap Valkhoff, Langs de Maas.
Hij was een pionier van de Nederlandse jazz. In de jaren rond de Tweede Wereldoorlog componeerde hij liedjes als Denk jij nog aan dien tijd en Diep in mijn hart, die gezongen werden door Nelly Verschuur, de vaste vocaliste van het dansorkest van Dick Willebrandts.
Na de oorlog had Jaap Valkhoff zijn eigen orkest. Zijn herkenningsmelodie was het lied Ik ben Japie de Portier. Ook trad hij regelmatig op als accordeonist bij The Three Jacksons. Zijn bekendste tekst schreef hij in 1961 op verzoek van Johnny Hoes: Hand In Hand, Kameraden, die werd gezongen door Jacky van Dam. De melodie was toen al ruim zeventig jaar oud en er zijn vele versies van gemaakt, waaronder een voor nota bene Ajax, maar de tekst over Feyenoord bleek uiteindelijk de langste adem te hebben.
Annie de Reuver werd vooral bekend met liedjes van de hand van onder anderen Tom Erich, Jaap Valkhoff, Pierre Wijnnobel en Paul Roda: Harmonica Jim, Wenen, Lied van het Pierement, Veel bittere tranen, Diep in mijn hart en Kijk eens in de poppetjes van mijn ogen. Het laatste nam ze in 1952 voor de eerste keer op als duet met Karel van der Velden en The Skymasters.
Veel eerder was ze bij The Ramblers. De Reuvers debuut bij The Ramblers vond eind 1934 plaats. Ze was toen bijna achttien jaar oud. De Reuver deed auditie voor dirigent Theo Uden Masman en werd aangenomen. Al snel was ze te horen in rechtstreekse radio-uitzendingen voor de VARA.
In 1935 trad De Reuver aan in de Pulchri-studio in Den Haag om plaatopnamen te maken voor Decca met The Ramblers en de Amerikaanse tenorsaxofonist Coleman Hawkins. Ze nam drie nummers op: Some of these days, I only have eyes for you en Hands across the table.
In de jaren zestig trad De Reuver vaak op. Met het orkest De Reuvertjes tournees gaf ze voorstellingen voor Nederlandse militairen in Nederland, Duitsland en op schepen. In dat orkest zaten onder meer leden van The Skymasters. Ook zong ze voor de radio, jarenlang twee keer per week. Dit deed zij vaak met tijdgenoot Eddy Christiani. Rond 1955 werden Christiani en De Reuver door het blad Tuney Tunes (met Skip Voogd) herhaaldelijk uitgeroepen tot Nederlands beste en meest populaire Nederlandse vocalisten.
Ook was ze in deze jaren actief met het gezelschap de Boertjes van Buuten. In 1968 begon ze als platenproducer voor Dureco, in Amsterdam. Zij kwam er in plaats van Johnny Hoes, die met Telstar voor zichzelf was begonnen. Reizen en produceren bleek niet te combineren; Annie Palmen werd als Drika de opvolgster van De Reuver in de Boertjes van Buuten.
In het ontdekken en begeleiden van Nederlands talent voor Dureco was De Reuver vrij succesvol. Ze ontdekte Oscar Harris, Danny Cardo, De Kermisklanten en Ben Cramer. Voor de laatste produceerde zij eind 1967 zijn eerste hit: Zai zai zai. Ook ontdekte ze Pierre Kartner, die op zijn beurt weer Corry Konings ontdekte. Toen Kartner liedjes voor de band Corry en de Rekels ging schrijven, werden dit enorme successen.
Nog even terug naar Annie de Reuver en The Skymasters. Hier een lied met als zanger Karel van de Velde erbij.
Johnny Hoes groeide op in Katendrecht als zoon van een Nederlandse zeeman. Zijn moeder was Belgische. Hij volgde de HBS en speelde covers met The Four Dutch Serenaders, waar ook de vader van Joke Bruijs deel van uitmaakte.[1] Tijdens de Meidagen 1940 leerde hij als gemobiliseerd sergeant zijn latere echtgenote kennen in Weert. Hij dook onder, en speelde na de bevrijding voor Amerikaanse militairen.
Hoes speelde eind jaren 40 in het voorprogramma van Bobbejaan Schoepen. Hij werkte tussen 1952 en 1963 bij Phonogram, maar vanaf 1964 produceerde hij voor zijn eigen platenmaatschappij Telstar. Johnny Hoes bracht behalve als solist (soms als Andy Field ) ook met anderen platen uit: De Twee Jantjes, Johnny & Caesarine, Johnny Hoes & Ria Roda, Johnny & Mary en Thomas Berge. Bekende artiesten als De Alpenzusjes, de Zangeres Zonder Naam, De Wilmari’s, Eddy Wally, de Heikrekels, Normaal, Doe Maar, the Classics, Henk Wijngaard en the Walkers werden door hem ontdekt en brachten platen uit onder zijn label. Daarnaast was hij de producent van de wereldhit De vogeltjesdans. Sinds 2003 hebben zijn zonen Adri-Jan Hoes en Johnny Hoes junior de leiding over Telstar.
In de jaren zestig en zeventig bracht Hoes een radioprogramma bij de KRO en voor de VARA een eigen televisieshow onder de naam Met een lach en een traan. Hij bleef tot op zeer hoge leeftijd actief; in januari 2011 nam hij zijn laatste plaat op, het lied How do you do in een duet met Stef Ekkel.
In juli 2011 kreeg Hoes een ernstig hartinfarct, waarna hij werd opgenomen in het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven. Na een dotterbehandeling werd hij op 22 juli 2011 overgebracht naar het St. Jans Gasthuis in Weert, waar hij een dag later op 94-jarige leeftijd overleed. Honderden mensen brachten hem een laatste groet in de Telstar studio’s in Weert. In Heeze is hij gecremeerd
Tot zover deze Verhaal en Muziek. We hopen dat u het leuk vond.