Aangeboden door
Rob Nieuwveld en René van de Kamp
Stichting Sonrisa Rijnmond
Een van de bekendste warenhuizen in Rotterdam is Ter Meulen. Daar gaat deze aflevering over. Wie heeft er niet iets met Ter Meulen of een herinnering die spontaan opkomt. Met vrienden daar geweest, er gewerkt, de Amazing Stroopwafels gezien of Koperen Ko, er is zo veel verbonden aan dit warenhuis.
In 1897 begon Hein ter Meulen met een manufacturenwinkel op de Nieuwe Markt in Rotterdam. In 1903 vestigde hij zich op de gedempte Slaak, en in 1912 verhuisde de winkel naar een pand in de Hoogstraat. In 1921 werd een groot eigen warenhuis geopend op de Hoogstraat bij het Oostplein.
Bij het bombardement van Rotterdam in 1940 ging dit warenhuis verloren. Ter Meulen vestigde zich tijdelijk aan de Mathenesserlaan waar noodwinkels werden opgezet. De drie winkelbedrijven waren gevestigd in het noodwinkelcomplex Dijkzigt.
In 1951 verrees aan het Binnenwegplein een pand van bijna honderd meter lang waarin de firma’s Ter Meulen, Wassen en Van Vorst gevestigd waren. In het nieuwe pand kwamen ze samen onder één dak en waren onderling verbonden door wegneembare glazen tussenwanden. In het Vrije Volk stond geschreven: De panden onder één kap zullen onderling verbonden kunnen worden door wegneembare glazen tussenwanden. Om zo te zeggen: men kan er bij Ter Meulen gelijk een Adam of een Eva binnenlopen om gekleed en geschoeid, voorzien van alle mannelijke of vrouwelijke benodigdheden, als een keurig burger of burgeres het grootste schoenenmagazijn van Nederland, dat van Van Vorst te verlaten.
De entrees van de winkels zijn duidelijk gemarkeerd door een fors verticaal glasvlak. De winkels zijn intern van elkaar gescheiden door grote glaswanden. Er zijn drie verkooplagen: de kelder en twee verdiepingen, verbonden door trappen, roltrappen en liften. De bovenste laag was voor dienstvertrekken als magazijnen, kantoren en kantines. Al bij de bouw was rekening gehouden met een extra verdieping, zodat er een vierde verkooplaag mogelijk zou zijn. De verdiepingen waren zo hoog, dat er aan de achterzijde een tussenverdieping kon worden aangebracht voor de dagmagazijnen, kantoorruimte en diensttrappenhuizen.
U kent natuurlijk de schitterende etalages van de Bijenkorf. Ter Meulen wilde ook zoiets, dat de Rotterdammers voor de etalages stonden in rijen om nieuwe dingen te zien. In 1965 zag het er zo uit bij avond rond kerst. Kerstverlichting buiten en mooie etalages binnen. Bent u er wel eens met die kersttijd geweest?
U heeft misschien nog herinnering hoe het er binnen uitzag. Op de stoffenafdeling zoekende vrouwen tijdens de uitverkoop in het warenhuis Ter Meulen aan het Binnenwegplein, 15 januari 1967.
En we zijn allemaal gek geweest op de uitverkoopdagen.
In 1954 was Ter Meulen een postorderbedrijf begonnen. Een gedeelte van hun opslag was in de RAC-garage. In 1969 kwam er een eigen magazijngebouw in de Spaansepolder. Het warenhuis floreerde in de jaren zestig en zeventig en opende filialen in Spijkenisse, Dordrecht, Almere, Zoetermeer en Rotterdam-Oosterhof. De expansie was ook merkbaar in het gebouw aan het Binnenwegplein. Al in 1963 had Ter Meulen Wassen overgenomen en dit deel bij het warenhuis getrokken.
Pas eind jaren zestig werd de Lijnbaan doorgetrokken tot het Binnenwegplein. Martin’s Cafetaria en de bijzondere open hoek met terras verdwenen daardoor. Er kwam een soort bruggebouw tussen Ter Meulen en De Klerk, met een expositieruimte van de Rotterdamse Kunststichting: het Lijnbaancentrum. In de kelder kwamen nieuwe entrees naar de twee warenhuizen, een stripwinkel (De berenkuil) en een bioscoop. Alles werd getekend door Van den Broek en Bakema. Die waren ook verantwoordelijk voor de uitbreiding van Ter Meulen in 1977. De mogelijkheden om een extra verdieping te bouwen werden benut door middel van een eigentijdse gestroomlijnde tweelaagse dakopbouw, met onder andere de lunchroom. In 1979 was alles klaar en beschikte Ter Meulen over 4000 m2 extra verkoopruimte.
Voor stoffen in allerlei soorten kon je goed bij Ter Meulen terecht. Hier is de douchegordijnen afdeling.
Voor de verzamelaar goed bekend:
Voor de hoofdingang van Ter Meulen was de kar met berlinerbollen van Sjaak van Horn in de volksmond werd hij ook wel “Japie met zijn Berlinerbollen “genoemd.
In de jaren tachtig breidde Ter Meulen uit en kwamen er filialen in Spijkenisse (begin 1984), Dordrecht (1984), Almere (1987), Zoetermeer (1990) en Rotterdam Oosterhof (1992).
Ondanks de uitbreidingen ging het in de jaren tachtig slechter. In 1988 werd Ter Meulen gekocht door investeerder Wolters Schaberg. Na een reorganisatie ging de formule in januari 1993 failliet, onder meer door te hoge huurlasten. De filialen in Rotterdam Oosterhof, Zoetermeer en Almere werden overgenomen door Vroom & Dreesman.
Inmiddels is er een heel ander gebouw ontstaan met veel woningen erbij.
Tot zover Ter Meulen. We hopen dat u het leuk en interessant vond.
Tot de volgende.