Aangeboden door
Rob Nieuwveld en René van de Kamp
Stichting Sonrisa Rijnmond
Veel mensen die deze pagina’s lezen vragen ons om iets over Rotterdam te vertellen. Onlangs kwam het verzoek om dat eens per wijk te doen. De wijk Kralingen wordt besproken in deze serie en een belangrijk onderdeel daarvan is het Kralingse Bos. Hoe is dat ontstaan en laten we kijken naar mooie foto’s.

In de zomer van 1911 nam de Gemeenteraad van Rotterdam een zeer belangrijke beslissing, namelijk om de laag gelegen landen rondom de Kralingse Plas aan te leggen tot een bos. Inderdaad werd hiermede het besluit genomen tot een reuzenwerk, dat moet dienen, om aan het gebrek aan natuurschoon in de stad zeer belangrijk tegemoet te komen, om aan de bevolking van Rotterdam een plaats te schenken, waar ze zich zal kunnen ontspannen in de vrije natuur.
De oorspronkelijke naam van het park is de Kralinger Hout. Men zou de polders ophogen met slib en baggerspecie die men over zal hebben van het graven van de Waalhaven. Het bos inclusief de plas werd 400 hectare groot.



Ter vergelijking ook: Het Schollebos in Capelle is 100 hectare groot.
Doordat de aanleg van de haven door de Eerste Wereldoorlog vertraging oploopt, duurt het even voordat de plannen van de grond komen. Vanaf 1928 is de grond eindelijk voldoende opgehoogd, en begint men met het planten van speciaal in Noord-Brabant gekweekte eiken. De Rotterdamse schooljeugd wordt hierbij ingezet op speciale boomplantdagen. In de jaren dertig van de 20e eeuw worden er in het kader van de werkverschaffing ook werkelozen ingezet bij de aanleg en beplanting. Een groot deel van deze bomen wordt tijdens de hongerwinter opgestookt in de kachel. Het vele puin, afkomstig uit het centrum van de gebombardeerde stad, wordt gedumpt in de zuidelijke hoek van de Plas. Zo ontstaat een groep kleine eilanden, die ten behoeve van wandelaars worden verbonden met een reeks loopbruggen.

Nog een foto van die plek met vlonders waar het puin terecht kwam en het eilandjes werden.

het puin uit het stadscentrum vooral gebruikt voor dempen en ophogen.
Op twee plekken werden brokstukken gebruikt als klimattractie. De steenbrokken op de eerste foto uit 1968 zijn afkomstig van de Laurenskerk, die op de tweede foto uit 1986 van de Delftse Poort.


In 1953 wordt het Kralingse Bos dan eindelijk officieel geopend. Uiteindelijk is het geworden zoals u het kent. Weet u nog wanneer u daar voor het eerste kwam?

Een van de vele paden in het bos waar je je echt midden in de natuur voelt.

Wat kan het Kralingsebos toch mooi zijn in het voorjaar

Veel mensen maken foto’s vanuit het bos met uitzicht over de plas en dan de stad op de achtergrond. Altijd die aantrekking naar de stad. Zoals het bos bedoeld was, ontspannen in het bos voor mensen uit de stad. En zo wordt het gebruikt.



De oost rand is enkele jaren terug heringericht en gesaneerd d.m.v. een leeflaag van klei. Langs de Kralingse Plas zijn bij de Plaszoom natuurlijke oevers aangelegd, die zich ontwikkelen tot mooie Zeggegraslanden. Aan de westzijde van de plas zijn vrijwel altijd Aalscholvers te zien. Vooral het zuidoostelijk deel van het bos kent oudere bospercelen en is een prachtig wandelgebied. Doordat veel hout blijft liggen zijn er in het bos ook veel soorten Paddenstoelen. Dat geldt ook voor het noordelijk deel van het bos, waar het beheer zo terughouden mogelijk is en gericht op versterking van de natuurwaarden.
Populair is het hertenkamp.

In het hertenkamp zitten damherten, ze zijn lichtbruin van kleur. De vacht is meestal bezaaid met witte vlekjes en wordt vaak Bambi genoemd. Een opvallend kenmerk van de mannetjesherten is het schoffelgewei. Dat wordt in mei afgeworpen, waarna het gelijk begint aan te groeien. In juni krijgen de hindes een kalf. De pasgeboren kalveren verstoppen zich tussen de brandnetels in het hertenkamp. Na een paar dagen lopen ze met de moeder mee in de kudde

Voor een kop koffie of een pannenkoek is er het beroemde pannenkoekenhuis.


Bijzonder is het Vleugelnotenbos op een voormalige huisvuilstort. Door de vele oude bomen is er sprake van veel bosvogels, waaronder Ransuil, Nachtegaal, Grote Bonte Specht, Koekoek en Vlaamse Gaai. Een andere bijzondere broedvogel is de Groene Specht. Tevens broedt er sinds enkele jaren een Ooievaarspaar op een wielpaal in het Hertenkamp. In het bos is een goed ontwikkelde kruidenflora aanwezig, karakteristiek voor een oud parkbos op kleiige grond. Enkele jaren terug zijn alle fietspaden opnieuw geasfalteerd, waardoor ze ook zeer geschikt zijn voor skeelers/ skaters. Aan de westkant bij Crooswijk zijn speelweides, het strandbad en een kinderboerderij (zie aldaar) aanwezig.


Wandelen met groepen wordt veel gedaan. Hier een foto van een vroege tijd in het jaar met bomen die nog in herstel zijn voor het voorjaar.

Voor velen een bekende plek in het bos. Het restaurant met de rieten kap.


Tot zover het Kralingse bos met een stukje geschiedenis erbij. We hopen dat u het leuk en interessant vond. Dank voor uw aandacht.