;

Goud voor Oud Privé – Rotterdamse stegen en grachten

Aangeboden door
Rob Nieuwveld en René van de Kamp
Stichting Sonrisa Rijnmond

In deze aflevering laten we u stegen en grachten zien.

De Delftsevaart werd ook één van de “slagaders” van Rotterdam genoemd. Het was een al rond 1340 gegraven waterweg die de haven van Rotterdam verbond met het achterland via de Schie. Dus richting Den Haag bijvoorbeeld. Het deskundige toen al was dat de grond die vrijkwam met het graven van deze vaart werd gebruikt om de Westewagenstraat aan te leggen. Die straat gebruikte men om binnenvaartschepen te bevoorraden.

Hieronder nog een foto van de Delftsevaart vanaf de andere kant gezien en nu ziet u de Laurenskerk. We zitten dus een beetje in de buurt van u kent als de omgeving van het V&D gebouw.

Hier een foto van de genoemde Westewagenstraat.

En zoals de Delftsevaart enkele jaren geleden was, achter de Meent richting Hofplein.

We kijken hieronder uit over de Schiedamsche Vest met links de bomenrij langs de Schiedamsesingel, in de verte molen De Hoop aan de Coolvest. U kent deze omgeving misschien van het Oogziekenhuis dat er later gekomen is of de Baan, vlakbij de Leuvehaven. We kijken op dit gezicht ongeveer vanaf het Vasteland. Ziet u rechts die prachtige balkons en erkers met het uitzicht over het water naar de bomenrij op de Schiedamsesingel.
Bron en foto : Nationaal Archief.

De Boerensteiger is gedempt in 1913 dus dat heeft u niet meegemaakt maar misschien heeft u er wel over gehoord. Deze lag ter hoogte van het Haringvliet en het latere Groenendaal.

Nog een foto van de Boerensteeg uit 1913 net voordat deze gedempt werd. De huizen langs de gracht zien er toch al herkenbaar uit, toch? De markiezen waren chique en maakten het geheel veel aantrekkelijker.

Hier vlakbij is de Halvemaansteeg, die loopt tussen het Haringvliet en de Van Walsumweg bij de Groenendaal.

Het nog geen 3 meter brede straatje genaamd de Thoolenstraat loopt van de Bredestraat naar de Goudsesingel. Deze is gebouwd in 1826 door Johannes Thoolen. Aan de ene kant huizen met 1 vertrek, aan de andere kant huizen met 2 vertrekken. Van de 3 deuren rechts zijn de 2 buitenste voor de bovenwoningen.
Johannes Thoolen kreeg toen een vergunning om de voormalige Diaconie of Lidmaatschappenhuis van de Hervormde Gemeente in de Breedestraat af te breken om er een nieuwe straat te bouwen. Bovendien mocht hij aan deze straat zijn naam verbinden. Aan de oostzijde bouwde hij 19 en aan de westzijde 26 huisjes, verdeeld in boven- en benedenwoningen, ieder voorzien van een stookplaats. Zondagsmorgens werd er op straat met dobbelstenen kassie gegooid.
De steeg rook altijd naar uien. Met het pellen van uien verdienden de vrouwen hun brood. Kunt u zich dat voorstellen, een van de vele oude manieren om geld te verdienen. Kent u er meer?

Een paar willekeurige fragmenten uit het zeer goed gedocumenteerde en geïllustreerde boek van Peter Troost over de Rotterdamse stegen. We hopen dat u het een leuk verhaal vindt. Het komt van een uiterst gedetailleerde website van de familie Engelfriet, waarvoor veel dank. Het geeft u een beeld van de oudheid.

Het zal de lezer opvallen, dat niet elke ‘steeg’ een echte steeg was. Bijvoorbeeld de Hoofdsteeg, een drukke winkelstraat met een bloeiende middenstand, een groot modern hotel-restaurant Coomans, het bekende kledingmagazijn Esders, een lunchroom en een grote verscheidenheid aan kleine gezellige winkeltjes.
Ook de Molensteeg, al was dat een smalle straat, werd door het winkelende publiek druk bezocht.
Maar er waren ook stegen waar de ratten vrij spel hadden. Stegen met uitstuitend vervallen pakhuisjes en onbewoonbaar verklaarde woningen. Stegen waarover liever niet geschreven wordt, maar die niet minder interessant waren omdat zij nu eenmaal bij dat oude Rotterdam hoorden.
Voor de Rotterdammer van deze tijd is het goed om te weten, hoe hun grootouders leefden. Zij mogen zich gelukkig prijzen, dat zij in de tegenwoordige tijd, met alle gevaren van dien, mogen leven.
Het zal de lezer ook opvallen, dat sommige stegen vaak van naam veranderden. Dat was vooral het geval wanneer een steeg een nieuwe eigenaar kreeg.
Vaak werden de verschillende namen ook nog door elkaar gebruikt, wat het samenstellen van een stegenboek er niet gemakkelijker op maakte.

Op de hoek van de Leeuwenlaan en de Nieuwsteeg stond later het bruine café van Nol de Jong. Het was een proeflokaal met biljart. Jan Duizendhaar was er vaste klant. Hij had natuurlijk niet één haar op zijn hoofd, vandaar die naam. Volgens Nol’s zoon had zijn vader een van de bekendste en geliefdste cafés van de Polder. Vooral op zaterdag- en zondagsavond was het er stampvol. Dan speelde Jan van der Steen daar, de ‘kampioen harmonicaspeler’ van Rotterdam.
Nol’s vrouw bakte dan een lekker visje.
Op een handwagen haalden de jongens een mand vol schelvis op de Vismarkt. Een biertje of een borreltje kostte toen vijf centen. Er werd in dat proeflokaal van Nol wat afgelachen…!

Een van de stamgasten van zo’n logement, een man zonder benen, zat dagelijks te bedelen voor de Dominicaanse kerk op de Hoogstraat. Het was een goede post, waar menig vrome kerkganger zijn geweten met een aalmoes kon sussen.
Toen hij op een zwak moment een passerende dame bij de kuiten greep, was het gedaan met de liefdadigheid en moest hij zijn drukbezochte plekje hals over kop verlaten.
Dikke Kobus, die vrijwel totaal verlamd was, werd elke morgen door zijn kamergenoten op een handwagen geladen. Hij bezocht vooral de buitenwijken.
‘s Avonds werd hij stomdronken opgehaald om laveloos het logement te worden binnengedragen.

Rond 1850 loosde het dienstmeisje nog de po van de patriciër in de Vest, waar de worstmaker juist zijn varkensdarmen stond te spoelen!

Hier de Vijversteeg bij de Goudsesingel, als er nu iets een steeg was….
De foto is uit 1910 en gemaakt door een heer met de mooie naam
Bernard Heinrich Wilhelm (Henri) (B.H.W.) Berssenbrugge.

Tot slot nog een wetenswaardigheid:

in 1514 telde Rotterdam 1.137 huizen,
in 1622 was de stad enorm gegroeid naar het westen en oosten en waren dat er inmiddels 4.700 en
in 2021 zijn dat er 312.000.

We hopen dat u het leuk en interessant vond.
Tot de volgende.