Aangeboden door
Rob Nieuwveld en René van de Kamp
Stichting Sonrisa Rijnmond
Vanwege het vele water dat ook Capelle aan den IJssel omringt, laten we u graag een stuk geschiedenis zien wat bruggen in Rotterdam en de zo belangrijke Maastunnel.
Te beginnen in de oorspronkelijke haven van Rotterdam dat nu Oude Haven heet. Hier een luchtfoto uit ongeveer 1938. U ziet het Witte Huis.

Onderdeel hiervan is de Spaanse Kade die er nu zo uitziet:

De Spaanse Kade dankt haar naam trouwens aan de doorreis van de Spaanse markies Ambrosio Spinola (1569-1630). Spinola werd op 31 januari 1608 met een groot gevolg en met andere onderhandelaars over het 12-jarige bestand in de 80-jarige oorlog, op doorreis van Dordrecht naar Den Haag door het Rotterdamse stadsbestuur plechtig ontvangen en ingehaald. Hij kwam over het ijs en zette op het Hoofd of Oude Hoofd het eerst voet aan wal. Dit gedeelte van het Oude Hoofd werd vanaf omstreeks 1637 Spaansekade genoemd.
Hieronder De Roobrug over de Nieuwe Haven en de Spaansche Kade met het huis ‘De Gecroonde Spinola’

Er volgde een periode van verval. De brug was al sinds 1971 voor het verkeer gesloten. Men kon het echter niet over het hart krijgen om hem te slopen. Daar was hij nog te goed en te uniek voor. Na een actie van het Historisch Genootschap Roterodamum besloot men de brug grondig te restaureren.
Gemeentewerken nam het machinewerk in de kelders van de brug onder handen. De twee brugkleppen werden verwijderd en werden volgens de oude tekeningen opnieuw vervaardigd. Ook de gerestaureerde fraaie smeedijzeren hekken kwamen weer op hun plaats terug.

Op de volgende foto de situatie zoals die nu is en onderin ziet u de brug. De haven is het Haringvliet, rechts is de Maasboulevard en linksboven de Kralingse Plas.

Laten we groter gaan. We laten een andere foto zien van het oude Havengebied met de Maasbruggen.

De Willemsbrug, dat is die wel eens de Rode brug wordt genoemd. Hier de eerste Willemsbrug. De eerste werd ontworpen door C.B. van der Tak, werd in 1878 opengesteld en vernoemd naar koning Willem III. De tweede brug is ontworpen door Cor Veerling en is opgeleverd in 1981.

In 1927 werd de brug enkele meters opgevijzeld en van zijn ornamenten ontdaan. Ook werden het fiets- en voetpad naar de buitenzijde van de brug verplaatst, omdat het sterk toegenomen wegverkeer voor steeds gevaarlijkere situaties zorgde. De Willemsbrug was tot de opening van de Maastunnel tijdens de Tweede Wereldoorlog de meest westelijke vaste oeververbinding over de Maas, zodat ook het steeds belangrijker wordende internationale verkeer gebruik maakte van deze verbinding dwars door het oude centrum van Rotterdam.
Al voor de Tweede Wereldoorlog waren er plannen om de oude brug te vervangen. Geldgebrek leidde ertoe dat pas in 1981 de nieuwe tuibrug van Cor Veerling van de Dienst Gemeentewerken verwezenlijkt werd. Twee rode jukken van 50 meter hoogte dragen het wegdek. De op- en afritten van de brug zijn enigszins wonderlijk – ze liggen niet in het verlengde van de brug maar maken een bocht van 90 graden. De brug zou in eerste instantie de Maasboulevard rechtstreeks met de Oranjeboomstraat verbinden. Dat stuitte op bezwaren van omwonenden, die niet wilden dat de Oude Haven zou worden doorsneden en de Oranjeboomstraat tot stadssnelweg getransformeerd zou worden. In 1983 werd de nieuwe brug bekroond met de Nationale Staalprijs.

De Erasmusbrug is naast de Willemsbrug de tweede brug over de Nieuwe Maas in het centrum van Rotterdam in de Haven van Rotterdam en is vernoemd naar de Nederlandse priester en humanist Erasmus. De brug verbindt de wijk Kop van Zuid met het centrum aan de noordzijde van de rivier.

Koningin Beatrix verrichtte op 4 september 1996 de officiële opening van de nieuwe oeververbinding tussen Rotterdam-Noord en -Zuid. Twee maanden later bleek dat het brugdek bij windkracht zes onverwacht begon te slingeren. Dit kwam doordat regendruppels het profiel van de tuien licht wijzigen en gevoeliger maken voor windgeïnduceerde trillingen. Om de trillingen te dempen, zijn er daarom nieuwe dempers gemonteerd.
Deze luchtfoto is van 2005.
Een extra oeververbinding werd in de eerste decennia van de vorige eeuw node gemist. De groei van de Rotterdamse bevolking en de uitbreiding van de havenactiviteiten op de beide Maasoevers zorgden voor een steeds grotere verkeersstroom. Tientallen rijwielen, motorfietsen, personenwagens, trams en autobussen gingen het straaatbeeld bepalen. Om van zuid naar noord en omgekeerd te komen moest iedereen over de smalle Willems- en Koninginnebruggen. Dat gaf in de spitsuren een gedrang van jewelste.
Het inzetten van wagenveerboten en de *Heen en Weer*- stoomboot-diensten boden onvoldoende soelaas.



Ir. L.W.H, van Dijk, directeur van Gemeentewerken, gaf in een lijvig rapport in 1929 het gemeentebesluur zijn visie op de verkeersproblematiek. Naar zijn idee was een extra vaste oeververbinding, tussen Charlois en het Park, de beste optie, waarbij aan een tunnel de voorkeur moest worden gegeven. Op het stadhuis hadden zij er wel oren naar.
Van Dijk en twee collega’s mochten op studiereis naar de Verenigde Staten om daar de bouw van enige tunnels te bekijken. Op 13 mei 1933 nam de gemeenteraad het principebesluit voor de aanleg van een tunnel. Het duurde echter nog tot 15 juni 1937 eer burgemeester mr. P.J. Droogleever Fortuyn met enig ceremonieel het startsein kon geven. Na veel getouwtrek met ‘Den Haag’ over de kosten mocht uiteindelijk de door B&W zo gewenste vierbaans autotunnel, alsmede de voorzieningen voor fietsers en voetgangers worden aangelegd. Voor de bouw was vier jaar gepland.

De Maastunnel is de oudste afgezonken tunnel van Nederland.
In de vroege ochtend van de tiende mei daalden Duitse parachutisten nabij de Waalhaven. De linker Maasoever was binnen enkele uren in vijandelijke handen. De rivier werd de frontlinie. Het nog niet voltooide ventilatiegebouw op de rechter Maasoever fungeerde als bunker voor de Nederlandse strijdkrachten.
Na de capitulatie lag het werk een tijd stil. Pas op 25 november 1940 verdween het negende en laatste tunnelstuk naar de bodem van de Nieuwe Maas.
Dertien maanden later kon de Maastunnel door de verenigde aannemers aan de directie worden overgedragen. Omdat er nog iets was met de roltrappen, overigens van Duitse makelij en reeds voor het uitbreken van de oorlog pünktlich in Rotterdam afgeleverd, kreeg het publiek pas op 14 februari 1942 vanaf 12.00 uur toegang tot de tunnel.
Om uit de handen van de Duitse en NBS-propaganda te blijven was daar geen ruchtbaarheid aan gegeven. De hekken werden simpel van straat gehaald en de deuren van de roltrappengebouwen open gezet.
En toen verschenen drie nieuwsgierige Charloise jongetjes. Zij waagden een kijkje bij de roltrappen, stapten er op en openden daarmee, zonder dat zij het wisten, de nieuwe oeververbinding.
Voor vele duizenden Rotterdammers vormden de tunnel spoedig een attractie. Voetgangers stroomden in het weekeinde massaal toe. Voor wielnjders was het met de belangstelling snel gedaan, toen bleek dat de Duitsers en hun handlangers de tunnel gebruikten om fietsen te vorderen. De bezetters zagen de Maastunnel vooral als een belangrijk strategisch object.
Voorzieningen werden getroffen om de tunnel onderwater te kunnen zetten. In september 1944 brachten zij springladingen aan die het verzet onklaar wist te maken.
De Maastunnel bleef in de eerste naoorlogse jaren een attraktie van jewelste. Bussen uit binnen – en buitenland stopten op de Parkkade om de passagiers in de gelegenheid te stellen met de roltrappen 17 meter naar beneden en weer 17 meter omhoog te gaan.


De voetgangerstunnel aan de Zuidkant, jaren ’40.

Op de gedenkpenning, uitgegeven bij de openstelling van de Maastunnel, prijken de woorden :
Ik leid,
in moeite en leed gesticht,
door aarde en nacht,
van licht naar licht
Tot zover een verhaal over bruggen en de tunnel. We wensen u een fijne dag.